Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
“Cijfers bewijzen: Leuvense handel gaat achteruit ten voordele van fastfoodhoreca”
Uit cijfers die Katrien Houtmeyers, federaal parlementslid en gemeenteraadslid (N-VA), opvroeg bij de commissie middenstand blijkt dat de Leuvense handel achteruit gaat ten voordele van de fastfoodhoreca. Houtmeyers vraagt het stadsbestuur meer in te zetten op het aantrekken van gedifferentieerde handel.
Katrien Houtmeyers: “Uit de opgevraagde cijfers blijkt dat 40,5 procent van de handelspanden in 2011 winkels waren. Nu is dat gezakt naar 34,7 procent. Als je kijkt naar de horeca, dan is 29,4 procent van de handelspanden nu horeca, ten opzichte van 25,3 procent in 2011. De overige handelspanden worden ingevuld door cultuur, transport, ontspanning, diensten. Ook daar zien we een, weliswaar lichte, afname (van 25,7 procent in 2011 naar 24 procent in 2021). Conclusie: zowel winkels als de overige invullingen (cultuur, transport, ontspanning, diensten) zijn allebei achteruit gegaan ten voordele van de horeca. En dat is geen goede zaak."
"Vooral de toename van fastfoodhoreca is negatief voor de sector. De reguliere handel moet groeien, niet krimpen. Dat kan absoluut de bedoeling niet zijn. De stad erkent overigens zélf dat er in bepaalde straten in Leuven sprake is van een horecastijging en dus een scheeftrekking. Het gaat om de Tiensestraat, de Parijsstraat en de Brusselsestraat. De verhoudingen in de Bondgenotenlaan en de Diestsestraat blijken wél nog in orde te zijn, maar het stadsbestuur moet erover waken dat ook daar het aantal fastfoodhoreca-gelegenheden niet toeneemt en er alsnog een scheeftrekking komt. Het is dan ook aan het stadsbestuur om actie te ondernemen en met een plan te komen. In Brussel-centrum willen ze meer horeca weren uit het voetgangersgedeelte, terwijl er in Boom bijvoorbeeld een tijdelijke stop is op kebabzaken. Handel en horeca zijn essentieel voor het socio-economisch weefsel van onze binnenstad. Als we Leuven als winkelstad aantrekkelijk willen houden, moet er lokale, gedifferentieerde handel worden aangetrokken. Om een verdere scheeftrekking te voorkomen moet er dus echt iets gebeuren: het is geen vijf voor twaalf meer, maar vijf na twaalf.”