Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
Vivaldi I heeft kmo’s de nek omgewrongen
Kamerlid Katrien Houtmeyers (N-VA) neemt Vivaldi haar kmo-beleid kwalijk. Voortzetting ervan zal onze economische welvaart ernstig tekort doen. In dit opiniestuk in Doorbraak legt ze de vinger op de wonde.
Kmo’s zijn de ruggengraat van onze Vlaamse, en bij uitbreiding Belgische, economie. Liefst 99 procent van de btw-plichtige bedrijven in ons land is een kmo, en zo’n 1,16 miljoen mensen – 37,3 procent van de loontrekkenden in België – werken vandaag voor een kmo. Willen we onze welvaart en die van onze kinderen veiligstellen, dan kunnen we dus niet om de kmo’s heen. Je zou denken dat een federale regering dat ook beseft… Maar voor Vivaldi I lijkt niks minder waar.
Laten we beginnen bij het grootste struikelblok: de arbeidsmarkt. Kmo’s zijn hopeloos op zoek naar personeel. Uit enquêtes beweert bijna 90 procent van de Vlaamse kmo’s moeilijk te kunnen groeien vanwege een gebrek aan geschikte arbeidskrachten. En dat is opmerkelijk, want één op vier actieve Vlamingen is vandaag niet aan het werk. Als je de werklozen, langdurig zieken en thuisblijvende ouders samentelt, kom je algauw aan een potentieel van bijna één miljoen arbeidskrachten. Ruim voldoende om de openstaande vacatures in te vullen. Maar dat gebeurt niet, om verschillende redenen. Deze regering heeft niet-werken te aantrekkelijk gemaakt met allerlei voordelen, terwijl werkenden snel in een hogere belastingschijf vallen, wat het financiële verschil tussen werken en niet werken verkleinde. En wie zou zich moe maken als thuisblijven bijna evenveel oplevert?
Stelende overheden
Ook een minpunt: de overheden pikken te veel goed personeel in. De laatste 25 jaar dikte het aantal ambtenaren aan tot maar liefst 320.000. En Vivaldi I heeft daar nog stevig aan bijgedragen. Tijdens de voorbije legislatuur creëerde ze liefst 75.800 ambtenarenjobs, één derde van alle jobs die erbij kwamen. In Wallonië is zelfs meer dan één werkende mens op drie vandaag ambtenaar. Dat is onhoudbaar. Niet alleen omdat de overheidsgroei geld kost, maar ook omdat dit personeel niet in de private economie kan ingezet worden, waar het nochtans meer zou kunnen bijdragen aan de economische welvaart. De overheid zou zich moeten concentreren op haar kerntaken zodat het vele talent beschikbaar blijft voor de privésector. Want die mensen wegsnoepen met een loonsverhoging, dat is voor veel kmo’s financieel niet haalbaar. Conclusie: liever dan de strijd voor geschikt personeel te blijven voeren, bouwen ze hun activiteiten af. Dat bleek begin dit jaar uit de recentste KMO Werkbarometer: de Belgische kmo’s keken meer terughoudend naar de economie dan een half jaar eerder, en twaalf procent minder kmo’s wilden extra personeel aannemen. Dat is allesbehalve een positieve evolutie.
Niet alleen de zoektocht naar personeel is een queeste voor onze kmo’s, er zijn nog meer factoren die het hun extra moeilijk maken om stand te houden. Denk maar aan de vele wetten, decreten en reglementen die de federale overheid hun oplegt. Hoewel het regeerakkoord voorzag in een daling van de administratieve lasten voor kmo’s en zelfstandigen met 30 procent, lijkt de regulitis de laatste tijd weer toegenomen. Volgens het Planbureau, dat de administratieve druk meet, kostte dat de bedrijven vijf miljard euro in 2020 en zes miljard euro in 2022. Vooral voor kleinere bedrijven, die geen beroep kunnen doen op gespecialiseerde juristen en consultants, is dat vaak nefast.
Cyberveiligheid
Jammer genoeg zijn er nog meer vlakken waarop de regering haar kmo’s in het vlees snijdt. Denk maar aan de nieuwe Europese richtlijn over cyberveiligheid die recent in een wet is omgezet. Duizenden Belgische bedrijven beseffen niet dat ze sancties riskeren als ze zich de komende jaren onvoldoende beschermen tegen hackers en andere digitale belagers. En die sancties zijn nochtans niet min: boetes van zeven tot tien miljoen euro. Of wat gedacht van de nieuwe schuldenaanpak, die sinds september 2023 consumenten beter moeten beschermen tegen schuldeisers, maar waar kmo’s de dupe van zijn? Betalingsachterstanden zijn nu al een belangrijke oorzaak van faillissementen bij zelfstandigen. Laat staan dat ze nóg langer op hun geld moeten wachten, wat de nieuwe wet impliceert.
Welke inspanning zou de federale overheid kunnen doen om al deze moeilijkheden enigszins te compenseren? Ze zou meer overheidsopdrachten kunnen toewijzen aan kmo’s, zodat deze er toch een graantje van kunnen meepikken. Helaas, ook dat is ijdele hoop, want het aantal overheidsopdrachten dat werd gegund aan Belgische kmo’s blijft dalen. Geen wonder dat ze dus steeds minder offertes indienen: terwijl kleine ondernemingen (<50 werknemers) in 2015 een gezamenlijk aandeel van 58,3 procent hadden qua verzonden offertes, daalde dit in 2022 naar 46,5 procent. Ook op dat vlak zit het hun niet mee.
Geen dag te vroeg
Voor de kmo’s komt het einde van Vivaldi I geen dag te vroeg. Na zo veel stokken in de wielen duim ik samen met hen voor een andere regering. Eentje die wél stilstaat bij hun wensen en noden, en die de economie niet langzaam dood laat bloeden.
Sta me toe enkele aanbevelingen te doen. Versterk de concurrentiekracht en werk de hoge loonkosten weg. Onze bedrijven zien hun uurloonkosten door de automatische loonindex sterker stijgen dan die in de buurlanden. Tel daarbij de hogere inflatie en je weet dat er een loonkostenhandicap gaande is. Verlaag de belastingdruk op arbeid, want die is problematisch voor zowel werknemers als werkgevers. Investeer in innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Stimuleer het ondernemerschap al van in het onderwijs en zet alles in het werk om startende ondernemers te ondersteunen. Doen we dat niet, dan riskeren we een verarming van ons kmo-landschap, en bijgevolg van onze hele economische welvaart.