Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
“Handelsleegstand gedaald in Leuven? Het stadsbestuur is blij met een dode mus”
Vorige week klopte het Leuvens stadbestuur zichzelf nog maar eens op de borst. Cijfers toonden aan dat de leegstand van handels- en horecapanden al voor het tweede jaar op rij was gedaald. Maar klopt dat hoera-bericht wel? “Als het over de handel in Leuven gaat, is het stadsbestuur blij met een dode mus”, vindt federaal parlementslid en Leuvens gemeenteraadslid Katrien Houtmeyers (N-VA).
“We weten intussen al dat het stadsbestuur van Leuven graag applaudisseert voor zichzelf”, aldus Houtmeyers. “Maar vaak gaat het erover, en dat is nu ook het geval. Ten eerste wordt de Leuvenaar een rad voor ogen gedraaid doordat de leegstandscijfers worden vergeleken met de situatie tijdens en net na de coronacrisis. Dat is niet objectief. Ten tweede, zelfs al zijn de cijfers gedaald, met bijna tien procent zijn ze nog altijd torenhoog! En toch blijft men aan de Vaartkom, waar ook leegstand is, extra commerciële ruimtes ontwikkelen. Is daar wel vraag naar?”
“Een goed handelsbeleid draait trouwens niet alleen om het vullen van zo veel mogelijk winkelpanden, maar ook om het aantrekkelijk maken van het handelscentrum. Kwaliteit naast kwantiteit. En op dat vlak slaat het stadsbestuur de bal mis met haar leegstandstaks. Die belasting dwingt eigenaars om hun handelspand goedkoper ter beschikking te stellen. Anders volgt er een aanzienlijke boete, waardoor de verantwoordelijkheid verschuift naar de eigenaar. De leegstandstaks leidt tot een devaluatie van de huurprijzen, wat vooral avonturiers en hobbywinkels aantrekt. En die dragen niet bij aan de belangrijke winkelbeleving waar mensen naar op zoek zijn.”
“De Leuvense bezoekers hebben nood aan een gevarieerd aanbod van winkels en horecazaken, en dat missen ze hier. Het aantal handelszaken gaat achteruit, ten voordele van horeca. Maar die nieuwe horecazaken situeren zich meestal in het segment van de fastfood en de coffeeshops. Laat ons eerlijk zijn: daarvoor komen mensen niet naar een stad.”
“Het grootste probleem creëert het huidige stadsbestuur echter zelf: de complete onbereikbaarheid van onze binnenstad. Een circulatieplan had zijn pluspunten tot op zekere hoogten, maar het is op heel wat plaatsen aangevuld met zogenaamde ‘knippen’ en ANPR-camera’s die aan de lopende band boetes uitdelen aan onze bewoners en bezoekers. De zones ‘30 kilometer per uur’ zijn het laatste wapenfeit dat steeds meer mensen weghoudt. Leuven is de grootste centrumstad van Vlaams-Brabant. Mensen uit de héle regio moeten hier dus vlot kunnen geraken, niet alleen personen die per fiets, te voet of met de bus komen. Dat lijkt het stadsbestuur maar moeilijk in te zien. Door alle ontmoedigende maatregelen maakt ze het bezoekers moeilijker en moeilijker om het handelscentrum te bereiken. Kijk dan ook niet raar op als binnenkort iedereen op het Gouden Kruispunt gaat winkelen (waar trouwens ook nauwelijks leegstand is).”